Lange tijd werden ze zelden gezien. Terwijl de witte ooievaar in de eerste helft van de 20e eeuw nog deel uitmaakte van de landelijke idylle, broedden er rond 1980 nog maar een paar paren op daken, bomen en nesthulpen in het hele land. In het Westfaalse ooievaarsmuseum "Haus - Heimat - Himmel" in Petershagen in de toeristische regio Teutoburgerwoud kunnen bezoekers te weten komen waarom ooievaars nu zijn teruggekeerd naar Oost-Westfalen-Lippe en hoe de regio werkt aan het behoud van hun natuurlijke habitat.
Allereerst, voor degenen die het nog niet weten: de ooievaar brengt de kinderen NIET. Dat weet elk kind. Toch is er een speciale band tussen de majestueuze vogel en de mensen die hij ooit naar de dorpen volgde. Maar het was ook de mens die hem bijna van zijn levensonderhoud beroofde door intensief landgebruik en het droogleggen van hele stukken land. Eind jaren 1980 waren er nog maar drie broedparen over in het district Minden-Lübbecke, waar het actiecomité "Rettet die Weißstörche e.V." (Red de Ooievaars) zich sindsdien inzet voor het behoud van het dier en er zelfs een uniek museum voor heeft gebouwd.
Ooievaarsnest vanuit de schoorsteen
Het middelpunt van de tentoonstelling "Huis - Thuis - Lucht" op de zolder van het vakwerkhuis Windheim No2 is iets dat bezoekers waarschijnlijk nog nooit van dichtbij hebben gezien: een origineel ooievaarsnest dat ooit op de schoorsteen van een oude zuivelfabriek zat. Het nest, waarin de ooievaar van april tot juni zijn jongen grootbrengt, heeft een diameter van wel twee meter. Het kan wel twee ton wegen, terwijl de ooievaar zelf "maar" iets minder dan drieënhalve kilo weegt.
Bezoekers van het museum krijgen een duidelijke uitleg over hoe, waar en waarop hij leeft. Een interactief mediamodel neemt hen mee op een virtuele tour door de Weser uiterwaarden en de Bastau weilanden, waar meer dan 50 ooievaarsparen nu weer de zomer doorbrengen. Er zijn ook talrijke exemplaren en modellen te zien, evenals films en audiostations. Je kunt onder andere het typische ratelende geluid horen waarmee de witte ooievaar in het voorjaar zijn komst aankondigt en in de herfst naar Spanje en Afrika vertrekt. En natuurlijk valt er ook wat te lachen: in de indrukwekkende collectie ansichtkaarten en cartoons met tekeningen van onder andere Marunde, Uli Stein en Tetsche vind je vast en zeker een afbeelding van een ooievaar die een bundel met een baby in zijn snavel draagt. Maar, zie hierboven.
Als je het nog steeds niet gelooft, zie je tussen april en augustus/september gegarandeerd een echte ooievaar langs de ooievaarsroute. De fietsroute in de uiterwaarden van de Weser leidt door prachtige Weserdorpen met herenhuizen, oude kerken en molens - en talrijke "bewoonde" ooievaarsnesten.