Westfalen door de eeuwen heen: In het grootste openluchtmuseum van Duitsland vertellen 120 historische gebouwen, van de Lippische Meierhof uit de 16e eeuw tot het benzinestation uit de jaren 1960, het verhaal van het dagelijkse plattelandsleven in een hele regio. Aan de voet van het Teutoburgerwoud kunnen bezoekers van Detmold terugreizen in de tijd.
Ooit zouden het Osnabrücker Hof, de Tecklenburger Kotten en het Münsterländer Gräftenhof waarschijnlijk ten prooi zijn gevallen aan de sloopkogel. Maar toen kwam het Landschaftsverband Westfalen-Lippe in het begin van de jaren 1960. Het sloopte de historische gebouwen, die eeuwenlang het gezicht van de regio hadden bepaald, op hun oorspronkelijke locaties en bouwde ze opnieuw op in het openluchtmuseum van Detmold. Sindsdien zijn er enkele bijzondere en historisch belangrijke juweeltjes bijgekomen, zoals de historische fotostudio Kuper uit 1891 of Haus Uhlmann, een van de laatst bewaard gebleven huizen in Westfalen, dat vanaf de bouw (1803-1805) tot 1941 door joden werd bewoond.
Vakmanschap in historische werkplaatsen
Te voet of met de paardenkoets kun je teruggaan in het verleden. Bij de smid, bakker, pottenbakker of molenaar kunnen bezoekers het vakmanschap in de historische werkplaatsen ervaren. Of ze kunnen door de zorgvuldig aangelegde tuinen wandelen en zeldzame planten ontdekken. Als je wilt, kun je zelf proberen te maaien in de weiden of een mand vlechten voor de aardappeloogst in je eigen tuin. Het heden is snel vergeten. Want alles is trouw aan het origineel - van de bakkerij met de stenen oven tot het benzinestation met het betonnen vliegende dak en de dakpannen op de gevel.
De LWL heeft nu in totaal 120 historische gebouwen, de meeste vakwerk, in het openluchtmuseum herbouwd en liefdevol ingericht. In de tuinen, landerijen en weilanden worden ook speciale gewassen verbouwd om regionale verschillen te benadrukken. Op de weiden en in het museumterrein zijn historische dierenrassen te zien, zoals de Senner paarden, de Lippe ganzen en de Bentheim schapen.
Bezoekers kunnen nog meer te weten komen over hoe de mensen vroeger leefden en werkten op het Westfaalse platteland tijdens speciale themarondleidingen en activiteitenprogramma's of door de uitgebreide collectie te bezoeken. Tot nu toe heeft het museum maar liefst 250.000 alledaagse voorwerpen verzameld - van verzamelplaatjes en schoolborden tot brandweerauto's. Slechts vijf procent van de collectie is te zien in de permanente tentoonstelling en andere schatten worden tentoongesteld in speciale tentoonstellingen. Het is daarom de moeite waard om een tweede of derde keer terug te komen.