Het voormalige benedictijnenklooster was een gebedshuis, een bedelaarsdepot, een werkkamp en een gevangenis. Tegenwoordig is het een ankerpunt van het culturele leven. Op het terrein vinden het hele jaar door lezingen, concerten, tentoonstellingen en voorstellingen plaats. Vooral de voormalige abdijkerk is een bezoek waard.
In de abdij van Brauweiler kunnen bezoekers de bewogen geschiedenis volgen van een benedictijnenklooster dat door de eeuwen heen is omgetoverd tot een cultureel centrum: waar monniken ooit tussen 1028 en 1802 hun geloof uitoefenden, produceerden bedelaars tussen 1810 en 1815 tegen betaling stoffen. Waar monniken ooit hardop gebeden zeiden, produceerden criminelen en "geesteszieken" vanaf 1815 goederen zoals kleding, meubels en bouwmaterialen in een werkkamp. Tot 1933 was het doel de gevangenen te re-integreren in de maatschappij. Daarna namen de nationaalsocialisten de controle over de instelling over en richtten zelfs een jaar lang een concentratiekamp in op de gewijde plek.
Combinatie van verschillende bouwstijlen
Vandaag de dag is de culturele en historische achtergrond op veel plaatsen nog voelbaar, hoewel bezoekers vooral worden getroffen door de pompeuze architectuur en de combinatie van verschillende bouwstijlen. Tijdens een rondleiding over het terrein dwaalt het oog over prachtig stucwerk in barokstijl, spitse en boogramen van gebrandschilderd glas en fijn bewerkte muurschilderingen binnenin.
Rondleidingen zijn niet de enige manier om de Romaanse abdij, het klooster, de keizerzaal, het erf, het gedenkteken of het aangrenzende park achter het hoofdcomplex te verkennen. Muziek-, kunst- en literaire evenementen staan het hele jaar door op de kalender van de organisatie. De meeste concerten vinden plaats in de parochiekerk van St. Nicolaas, met zijn geschilderde heiligenbeelden en het grote kerkorgel een goed uitgangspunt voor een bezoek aan Brauweiler.
Als je wilt, kun je tijdens een wandeling meer te weten komen over het klooster: De archieven van de Regionale Vereniging Rijnland (LVR) en andere culturele diensten zijn hier sinds de jaren 1980 ondergebracht. De hervormingsabt Poppo von Stablo-Malmedy had dit waarschijnlijk nooit durven dromen toen hij in 1024 begon met de bouw van de abdij in opdracht van de aartsbisschop van Keulen.